2 June, 2025, Honden training
Een goed uitlaatschema is de hoeksteen van een succesvolle puppyopvoeding. Als nieuwe eigenaar van een pup vraag je je waarschijnlijk af: hoe vaak moet ik mijn puppy uitlaten, op welke tijden en hoe lang mogen die wandelingen duren? Dit artikel geeft je alle praktische informatie die je nodig hebt om een effectief dagschema op te stellen dat past bij jouw puppy’s leeftijd en behoeften.
De frequentie van uitlaten hangt sterk af van de leeftijd van je pup. Jonge puppy’s hebben nog geen volledige controle over hun blaas en kunnen dus niet zo lang wachten als volwassen honden.
Een pup van 8 weken moet ongeveer iedere 2 uur naar buiten. Dit klinkt misschien veel, maar het is nodig om ongelukjes te voorkomen en jouw pup zindelijk te maken. Naarmate je puppy ouder wordt, kan hij langer wachten tussen de uitlaatmomenten.
Voor een pup van 12 weken geldt dat hij ongeveer 3-4 uur kan wachten. De vuistregel is simpel: een puppy kan ongeveer één uur per levensmaand wachten, plus één extra uur. Dit betekent dat een pup van 3 maanden maximaal 4 uur kan wachten - maar dit is echt het maximum.
Er zijn specifieke momenten waarop jouw puppy altijd naar buiten moet, ongeacht het schema. Direct na het slapen is het allerbelangrijkste moment. Puppy’s moeten vrijwel altijd plassen zodra ze wakker worden. Ook na iedere maaltijd moet je binnen 15-30 minuten naar buiten - het eten stimuleert de spijsvertering.
Verder moet je goed letten op signalen van je pup. Snuffelen aan de vloer, rondjes draaien of onrustig gedrag zijn meestal tekenen dat hij naar buiten moet.
Een vast dagschema geeft structuur aan de dag en helpt je pup sneller zindelijk worden. Hier is een praktisch schema dat je kunt aanpassen aan jouw situatie.
6:00 - Eerste uitlaatje van de dag (direct na het wakker worden) 7:00 - Ontbijt, gevolgd door uitlaten na 20 minuten 9:30 - Tussendoor uitlaatje 12:00 - Lunch en daarna naar buiten 14:30 - Middag uitlaatje 17:00 - Voor het avondeten nog even uit 18:00 - Diner en uitlaten daarna 20:30 - Avond uitlaatje 22:30 - Laatste uitlaatje voor het slapen 02:00 - Nachtelijk uitlaatje (als je pup wakker wordt). Onderstaand is dit schema grafisch uitgewerkt:
Dit schema lijkt intensief, maar het voorkomt ongelukjes in huis en versnelt het zindelijkheidstraining proces aanzienlijk.
Rond 4-5 maanden kun je het schema geleidelijk uitbreiden. Een pup van 6 maanden heeft meestal geen nachtelijke uitlaatjes meer nodig. Je kunt dan overstappen op 5-6 uitlaatjes per dag, verdeeld van vroeg in de ochtend tot laat in de avond. Onderstaand een visueel voorbeeld van dit uitlaatschema per leeftijdscategorie van jouw pup:
Let goed op de reactie van jouw puppy. Als er weer ongelukjes gebeuren, ga dan terug naar een frequenter schema. Iedere pup is anders en sommigen hebben wat meer tijd nodig.
Er is een groot verschil tussen uitlaten en wandelen. Uitlaten is kort en functioneel - je pup doet zijn behoefte en gaat weer naar binnen. Wandelen is langer en exploratief.
Voor wandelingen geldt de belangrijke 5-minuten regel: ongeveer 5 minuten wandelen per levensmaand, twee keer per dag. Een pup van 2 maanden mag dus maximaal 10 minuten per keer wandelen, een pup van 4 maanden maximaal 20 minuten. Onderstaande een voorbeeld van een wandelschema voor puppy’s:
Deze regel voorkomt overbelasting van gewrichten die nog volop in groei zijn. Te veel beweging kan problemen veroorzaken later in het leven van jouw hond.
Uitlaten is zakelijk - je gaat naar buiten, wacht tot je pup zijn behoefte heeft gedaan, en gaat weer naar binnen. Dit duurt meestal 5-10 minuten. Wandelen daarentegen is ontspannen en educatief. Je pup mag snuffelen, nieuwe geuren ontdekken en de wereld om zich heen verkennen.
Tijdens een wandeling leer je pup ook belangrijke sociale vaardigheden. Hij ziet andere mensen, hoort verschillende geluiden en leert dat de buitenwereld veilig is.
Het uitlaatschema is jouw belangrijkste hulpmiddel bij het zindelijk maken van je puppy. Timing is hierbij alles.
Puppy’s geven meestal duidelijke signalen voordat ze hun behoefte moeten doen. Leer deze signalen herkennen zodat je op tijd kunt ingrijpen. Snuffelen aan de grond is het meest voorkomende teken. Ook rondjes draaien, naar de deur lopen of plotseling onrustig worden zijn signalen dat je pup naar buiten moet.
Zodra je één van deze signalen ziet, pak je direct de riem en ga je naar buiten. Wacht niet - puppy’s kunnen maar heel kort hun plas ophouden.
Positieve bekrachtiging werkt het beste bij zindelijkheidstraining. Zodra jouw pup buiten zijn behoefte doet, geef je hem onmiddellijk een beloning. Dit kan een klein stukje worst zijn of gewoon veel enthousiaste lof.
Belangrijk is dat je direct beloont - niet pas als je weer binnen bent. Je pup moet begrijpen dat hij wordt beloond voor het plassen buiten, niet voor het naar binnen gaan.
Ongelukjes gebeuren en zijn onderdeel van het leerproces. Straf je pup nooit voor een ongelukje - dit werkt averechts en kan de zindelijkheidstraining vertragen. Ruim het gewoon stil op en ga door met het schema.
Als je regelmatig ongelukjes hebt, betekent dit waarschijnlijk dat het uitlaatschema te ruim is. Verhoog dan de frequentie tot de ongelukjes stoppen.
Naarmate je puppy groeit, veranderen zijn behoeften. Het is belangrijk om het schema geleidelijk aan te passen.
Bij 6 maanden kun je meestal overstappen op 4-5 uitlaatjes per dag. Een volwassen hond heeft doorgaans 3-4 uitlaatjes nodig: ’s ochtends vroeg, halverwege de dag, na het avondeten en voor het slapengaan. Zo laten we onze toy poedel G vaak 4 keer per dag uit:
Het overstappen naar een volwassen schema doe je best geleidelijk. Verleng eerst de tijd tussen uitlaatjes met een half uur, en kijk hoe je hond reageert.
Senior honden hebben vaak weer aangepaste schema’s nodig. Ze kunnen soms minder goed hun plas ophouden en hebben misschien 5-6 kortere uitlaatjes per dag nodig in plaats van 3-4 langere.
Veel nieuwe puppyeigenaren maken dezelfde fouten. Door deze te vermijden kun je het proces versnellen.
De grootste fout is te lange wachttijden tussen uitlaatjes. Als je pup regelmatig ongelukjes heeft, moet je het schema aanscherpen. Het is beter om te vaak uit te laten dan te weinig.
Puppy’s hebben routine nodig om te leren. Als je geen vaste tijden aanhoudt, wordt het veel moeilijker voor jouw pup om te begrijpen wanneer hij zijn behoefte kan doen.
Vergeet niet om goed gedrag te belonen. Sommige eigenaren vergeten dit na een tijdje, maar beloning blijft belangrijk om het gewenste gedrag te versterken.
Een goed puppy uitlaat schema is de basis voor succesvolle zindelijkheidstraining en een gezonde routine. Begin met frequente uitlaatjes - ongeveer iedere 2-3 uur voor jonge puppy’s - en bouw dit geleidelijk af naarmate je pup ouder wordt.
Onthoud de 5-minuten regel voor wandelingen om overbelasting te voorkomen, en maak onderscheid tussen uitlaten en wandelen. Timing is belangrijk: direct na het slapen en na maaltijden moet je puppy altijd naar buiten.
Geduld en consistentie zijn de sleutel tot succes. Met het juiste schema, positieve bekrachtiging en begrip voor de behoeften van jouw pup, leg je de basis voor een gelukkig leven samen. De investering in een goed uitlaatschema betaalt zich dubbel en dwars terug in de vorm van een zindelijke, goed opgevoede hond.